Steekproef , v. ( steekproeven  ), sample , die Stichprobe ,  l'échantillon (m)

Een verzameling van trekkingsresultaten uit een populatie (NEN 3117).Hierin is de populatie de verzameling van operationeel gedefinieerde eenheden (elementen), waarop de conclusies van een statistisch onderzoek betrekking hebben (NEN 3117). Met „steekproef' wordt doorgaans geduid op metingen, verricht aan een klein deel van de populatie.

In de praktijk van de geometrische meettechniek worden afmetingen gemeten aan producten die in een of ander proces vervaardigd zijn. Zo'n vervaardigingproces is onderhevig aan allerlei invloeden, die ertoe leiden dat overeenkomstige afmetingen niet allemaal precies even groot zijn. De daaraan verrichte waarnemingen vertonen enige spreiding. Als er zeer veel metingen verricht worden, blijken de waarnemingen doorgaans een normale verdeling te vertonen.

Een normale verdeling wordt gekarakteriseerd door haar ligging en haar spreiding. De ligging geeft een indruk van de centrale waarde waarom heen de waarnemingen gegroepeerd zijn. De gemiddelde waarde II van de waarnemingen is daar voor een maat. De spreiding geeft een indruk van de variabiliteit (veranderlijkheid) die de waarnemingen ten opzichte van de centrale waarde vertonen. Daarvoor is de standaardafwijking of standaarddeviatie σ een maat.

De grootheden en a zijn met maximale nauwkeurigheid te vinden door meting van alle afmetingen (elementen) van een partij producten (populatie). Met de wetenschap echter dat een beschouwde afmeting normaal verdeeld is, zoals dat veelal het geval is bij geometrische grootheden, kan al met een geringer aantal metingen (steekproef) volstaan worden. Daaruit worden dan toch de ligging en de spreiding voldoende nauwkeurig bekend, en daarmee de maat van alle producten.

Kentallen of kengetallen voor de ligging van de verdeling waarop een steekproef betrekking heeft, zijn het steekproefgemiddelde, de mediaan en de modus.

 

 

Vorige pagina