Statief , o. ( statieven ), stand, der Stander ; das Stativ , le pied ; le support

Voetstuk voor een meetmiddel, daarmee een wezenlijk onderdeel vormend van een meetopstelling.

1

Statieven worden onderscheiden in meetklokstatieven en meetstatieven. Meetklokstatieven dienen uitsluitend voor de bevestiging en de positionering van meetklokken en verplaatsingsopnemers in een meetopstelling.

Meetstatieven zijn in principe meetklokstatieven, die tevens voorzien zijn van een objecttafel of meettafel en die daardoor samen met een verplaatsingsopnemer ook zelfstandig een meetopstelling kunnen vormen.

2

Een statief heeft doorgaans een of meer instelmogelijkheden, die in eerste aanleg de toepasbaarheid bevorderen, maar die ook even zovele verzwakkingen in de opstellingen kunnen betekenen. Om dit laatste te voorkomen moeten statieven solide en soms relatief zwaar geconstrueerd worden. Karakteristieke eigenschappen zijn de stijfheid en de stabiliteit van de constructie onder belasting, dus een meetinstrument dragend. Deze eigenschappen zijn meebepalend voor de gevoeligheid van de meetopstelling voor omgevingsomstandigheden. Hierbij denken we vooral aan trillingen, waarbij de stijfheid via de eigenfrequentie van invloed is, en aan temperatuureffecten. Deze laatste, en wederom de stijfheid, beïnvloeden de meetnauwkeurigheid van de transversaalcomparatordie met het statief gevormd wordt. Wat dat betreft vertoont het gedrag van een statief verwantschap met dat van een krasblok.

 

 

Vorige pagina