Schroefdraadmeter , m. (-s), thread measuring instrument , der Gewindemesser ,
l'appareil (m) mesureur de filetage (m)

Verzamelnaam van meetinstrumenten voor de bepaling van karakteristieke grootheden aan schroefdraden.

Boutschroefmaat

Schroefmaat voor de bepaling van flankmiddellijnen en kernmiddellijnen aan uitwendige schroefdraad, dus aan bouten en boutachtige zaken zoals draadeinden en tapeinden. Het aanbeeld is daartoe voorzien van een groef, terwijl de spil eindigt in een kegelvormige taster.

Bij een meting wordt een top van een te meten schroefdraad in de groef gelegd, terwijl diametraal daartegenover de kegel tussen twee flanken wordt ingebracht. De schroefmaat wijst nu, aangenomen dat zij gejusteerd is en afhankelijk van de gekozen kim- en kegelvorm, juist de gezochte flankmiddellijn of kernmiddellijn aan.

Voor de verschillende soorten schroefdraad zijn ook uiteenlopende aanbeeldgroeven en kegels nodig. Deze zijn als losse inzetstukjes uitgevoerd, zodat met een schroefmaat allerlei draadsoorten meetbaar zijn.

Het verdient aanbeveling om het inzetstukje met de groef, ook wel kim genoemd, steevast in het aanbeeld te plaatsen. In de spil geplaatst zou het namelijk, als het toevallig een schroefmaat met een meedraaiende spil betreft, de te meten schroefdraad kunnen beschadigen.

.
1

 

 

Vorige pagina