Schaaldeel , o. (-delen), scale division , der Skalenteil , la division (d' une echelle)

Het deel van een schaal tussen twee opeenvolgende deelstrepen. Kortheidshalve wordt dit wel aangeduid met „sd”.

Een schaal met vaste schaalwaarde heet lineair. Zijn bovendien alle schaaldelen even groot, dan heet de schaal gelijkmatig. Een voorbeeld van een niet-lineaire schaal is de weerstandschaal van een universeelmeter.

Voor een goede afleesbaarheid van een schaal moet de grootte van een schaaldeel aangepast zijn aan het scheidend vermogen van het oog. Als dat het geval is kunnen bij aflezing tienden van een schaaldeel geschat worden. In de praktijk betekent dit, voor beschouwing met het ongewapende oog, een schaaldeelgrootte van 0,7 tot 2,5 mm.

 

 

Vorige pagina