Brekingsindex , m. (-en) , refractive index , der Brechungsindex , 1'indice (m) de refraction (v)

Getal (n) dat de verhouding weergeeft tussen de voortplantingssnelheid van licht in vacuüm (c) en die in een medium ( timed ) :
n = c/ Vmed      (1)

Naarmate n groter is, heet een medium (tussenstof) optisch dichter. Omdat c een natuurconstante is, is Vmed dan kleiner. Elektromagnetische golven planten zich dus minder snel voort in een stof met grotere optische dichtheid. Omgekeerd is Vmed groter naarmate de stof minder dicht en de brekingsindex dus lager is. In vacuüm bereiken dergelijke golven hun maximale snelheid, ongeveer 3x 108 m/s (precies c = 2,99792458 x 10 8 m/s, de lichtsnelheid, voor zover bekend de hoogst bereikbare snelheid). In vacuüm is n =1, in alle andere media is n > 1. De waarde van n lucht , ligt dichtbij 1.

De brekingsindex speelt een belangrijke rol bij de breking van licht aan een scheidingsvlak tussen twee media (Fig. 1).

Fig. 1 De breking van licht aan het scheidingsvlak tus­sen twee media.

Hiervoor geldt de brekingswet van Snellius, die luidt
n sin α = n¹ sin α¹,        (2)   waarbij de invallende lichtstraal, de gebroken straal en de normaal in het invalspunt op het scheidingsvlak in een vlak, het invalsvlak, liggen. De gebroken straal ligt daarbij aan de andere zijde van de normaal als de invallende straal.

Als medium 1 dichter is dan medium 2 (n >n¹) kan zich een bijzondere situatie voordoen. Om dat in te zien schrijven we (2) als
sin α¹= n/n sin α .         (3)

 

 

Vorige pagina